Verpleegkundige capaciteit in tijden van krapte
Met de winterpiek in aantocht wordt het de komende maanden spannend in de Nederlandse ziekenhuizen; kunnen ze patiënten het gewenste zorgtraject bieden? Er liggen genoeg risico’s op de loer. Voorgaande jaren geven inzicht in de problematiek; is een patiënt uitbehandeld en wacht deze op thuis- of verpleeghuiszorg, dan volgt mogelijk nog een aantal verkeerde bed-dagen. Het piekt en kraakt op verpleegafdelingen in ziekenhuizen.
Veel ziekenhuizen zijn niet in staat de bedden volgens begroting te openen. De oorzaak: tekorten aan personeel die ondanks veel initiatieven dagelijks merkbaar zijn. Als gevolg daarvan ervaren verpleegkundigen een hoge werkdruk (rapport V&VN).
Juist in deze tijd is het essentieel de inzet van personeel adequaat af te stemmen op de zorgvraag. Dat betekent het inzetten van personeel op de plek waar dat nodig is gezien het werk wat er ligt en het adequaat verdelen van de schaarse capaciteit over de zorgeenheden en patiënten. Dit is noodzakelijk voor de toegankelijkheid van patiëntenzorg volgens de meest optimale patiëntflow én dit zorgt voor een gebalanceerde werkdruk voor de verpleegkundige.
De ene patiënt is de andere niet
En dan nu de praktijk, want hoe komen we tot een adequate verdeling van de beschikbare verpleegkundige capaciteit? De rekensom van aantal beschikbare bedden en een norm per bed is eenvoudig en snel gemaakt, maar leidt onvoldoende tot die optimale balans. Er is meer nodig dan sturing op bedden of al een stap verder sturing op aanwezige patiënten. Een bed betekent immers nog niet een patiënt en de ene patiënt is de andere niet.
Patiëntenpopulatie op strategisch/tactisch niveau
Recht doen aan deze verschillen vergt specifieke sturing op de verschillende besturingsniveaus van capaciteitsmanagement. Op strategisch en tactisch niveau wordt veelal gewerkt met verpleegnormen, dat wil zeggen: het aantal patiënten per verpleegkundige per dienst en een verwachting van de zorgvraag in aantallen patiënten.
Ruim tien jaar geleden schreven Twigg en Duffield* al over zeven verschillende categorieën van verpleegafdelingen met ieder een norminzet variërend van 3 tot 7,5 uur per ligdag. In deze methodiek werden afdelingen ingedeeld in één van de categorieën op basis van variabelen als complexiteit, patiëntbewegingen en aandeel acute zorg. Niet alleen verschilt de zorgvraag per patiëntengroep, ook de zorgvraag van een homogene patiëntengroep kan variëren over seizoenen. Voor een optimale verdeling van schaarse capaciteit is het relevant te differentiëren naar patiëntengroep bij het nemen van beslissingen over formatie en bezettingseisen.
Zorgzwaarte op operationeel niveau
De hoeveelheid werk verschilt niet alleen tussen patiëntengroepen en seizoenen, maar ook van dag tot dag. Het gaat hier om de mix van individuele patiënten. Dit maakt een accurate sturing op dagelijks niveau nog complexer.
Om deze dagelijkse variatie in kaart te brengen, zijn veel zorgzwaartemodellen ontwikkeld. Dat heeft tot op heden nog niet geleid tot de gouden graal (Fasoli & Haddock, 2011**). Wat we hier wel van leerden, is dat in het kiezen van een zorgzwaarte-instrument belangrijk is dat – naast de betrouwbaarheid en validiteit van het instrument – de administratieve last beperkt wordt, het instrument meerwaarde heeft vanuit zowel verpleegkundig als management perspectief en dat er opvolging gegeven wordt aan de uitkomsten.
Verpleegkundig werk is meer dan een som van taken
Naast metingen die het proces van resource planning faciliteren, is het minimaal zo belangrijk dit te evalueren. De literatuur beschrijft verschillende gedegen instrumenten hiervoor, zoals de NASA Task Load Index. Dit instrument – oorspronkelijk ontworpen voor de luchtvaart – meet werkdruk om basis van zes dimensies, zoal mentale en fysieke werkdruk, ervaren tijdsdruk en frustratie. Het is één van de meest gebruikte gevalideerde instrumenten om werkdruk te meten over meerdere sectoren. Maar ook een minder geavanceerde stoplichtrapportage kan prima volstaan.
Waarom is evaluatie zo relevant?
Informatie over de balans, uitgedrukt in hoeveelheid werk ten opzichte van de inzet, faciliteert beslissingen over resource planning. Het is en blijft onmogelijk om dit in alle exactheid weer te geven. Verpleegkundig werk is meer dan een som van taken en het karakter van het verpleegkundige werk is onzichtbaar; “In terms of the work performed by nurses, once completed, much of the ‘evidence’ of nursing work interventions disappears (Lawler 1991).”
Het deskundig oordeel van de verpleegkundige zelf is één van de beste managementtools voorhanden!
*Twigg D, Duffield C. A review of workload measures: A context for a new staffing methodology in Western Australia. Int J Nurs Stud. 2009;46(1):132–40.
**Fasoli DR, Haddock KS. Results of an integrative review of patient classification systems. Annu Rev Nurs Res. 2010;28:295–316.