De toekomst van zorgplanning: van reactief naar proactief met scenarioplanning
Waarom brandjes blussen niet meer werkt
De Nederlandse zorgsector lijkt zich van crisis naar crisis te bewegen. Wachttijden lopen op, spoedeisende hulpposten raken overvol en ziekenhuizen stellen operaties uit door personeelstekorten. In plaats van een gestructureerde aanpak, blijven zorginstellingen vaak in een reactieve modus hangen: problemen worden pas aangepakt als ze zich voordoen. Dit patroon leidt tot stress onder zorgverleners, inefficiënt gebruik van middelen en een zorgsysteem dat steeds moeilijker overeind blijft.
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) zet in op een fundamentele omslag, waarbij zorginstellingen niet alleen hun eigen capaciteitsproblemen oplossen, maar ook de bredere zorgketen meenemen in hun planning. Scenarioplanning kan hierin een sleutelrol spelen. Door vooruit te kijken in plaats van achter de feiten aan te lopen, kunnen instellingen de zorgvraag beter voorspellen en capaciteitsproblemen voorkomen. Maar hoe werkt dat in de praktijk?
Van crisismanagement naar vooruitdenken
Op dit moment wordt de zorg grotendeels op basis van noodsituaties georganiseerd. Ziekenhuizen schalen pas af als het water hen aan de lippen staat, verpleeghuizen zoeken op het laatste moment naar extra bedden en huisartsen raken overbelast zonder structurele oplossingen. Dit leidt tot een kettingreactie van problemen: een volle spoedeisende hulp betekent langere wachttijden, een overvol ziekenhuis betekent druk op de vervolgzorg en een tekort aan thuiszorgmedewerkers betekent dat mensen langer in zorginstellingen blijven dan nodig.
Scenarioplanning doorbreekt deze vicieuze cirkel door zorginstellingen te laten nadenken over mogelijke toekomstige ontwikkelingen en hoe daarop geanticipeerd kan worden. Een ziekenhuis kan bijvoorbeeld berekenen wat er gebeurt als een griepgolf de zorgvraag met dertig procent doet stijgen, of hoe de vergrijzing de behoefte aan langdurige zorg in de komende tien jaar zal veranderen. Door deze scenario’s door te rekenen, kunnen instellingen tijdig maatregelen nemen, zoals extra personeel opleiden, de capaciteit flexibeler inrichten of betere afspraken maken met andere zorgaanbieders.
Volgens het RIVM zal de zorgvraag in Nederland tegen 2040 met meer dan vijftig procent toenemen door vergrijzing en een stijgende levensverwachting. Als zorginstellingen deze ontwikkeling niet meenemen in hun plannen, zullen wachttijden en tekorten alleen maar verder oplopen.
Waarom regionale samenwerking cruciaal is
Een van de grootste problemen in de zorgplanning is dat instellingen vaak op zichzelf gericht zijn. Ziekenhuizen plannen hun capaciteit zonder te kijken naar beschikbare bedden in verpleeghuizen, huisartsen worstelen met doorverwijzingen zonder zicht op de werkdruk bij specialisten en thuiszorgorganisaties weten niet altijd of hun personeel efficiënter kan worden ingezet. Dit leidt tot situaties waarin de ene instelling overbelast is, terwijl elders nog ruimte is.
Regionale samenwerking kan dit probleem oplossen. Door zorginstellingen samen te laten werken aan capaciteitsplanning en scenario’s gezamenlijk door te rekenen, kan de zorgvraag beter verdeeld worden. Dit betekent dat ziekenhuizen niet alleen kijken naar hun eigen beddencapaciteit, maar ook rekening houden met de beschikbaarheid van verpleeghuisbedden in de regio. Op dezelfde manier kunnen huisartsen en wijkverpleegkundigen beter inschatten hoeveel zorg er buiten het ziekenhuis nodig zal zijn en daar hun personeelsinzet op aanpassen.
Het Centraal Planbureau stelde in 2022 al dat zorginstellingen die samenwerken binnen regionale netwerken gemiddeld vijftien procent sneller zorg leveren dan instellingen die dat niet doen. Dit toont aan dat een gezamenlijke aanpak niet alleen efficiënter is, maar ook direct ten goede komt aan patiënten.
Slimme technologie als aanjager van betere planning
Goede scenarioplanning valt of staat met betrouwbare data. Zonder een helder overzicht van patiëntstromen, bedbezetting en personeelscapaciteit blijven voorspellingen gebaseerd op aannames. Toch blijft digitale gegevensuitwisseling een groot knelpunt in de zorg. Ziekenhuizen, huisartsen en verpleeghuizen werken vaak met verschillende systemen die niet met elkaar communiceren, waardoor er geen real-time inzicht is in de beschikbare capaciteit binnen een regio.
Een gedeeld digitaal platform waarin alle zorgaanbieders actuele informatie over zorgcapaciteit en personeelsinzet kunnen inzien, zou een enorme stap vooruit zijn. Dit zou betekenen dat een ziekenhuis in een oogopslag kan zien waar een patiënt het snelst terecht kan voor vervolgzorg, of dat een thuiszorgorganisatie op tijd kan opschalen als de vraag stijgt.
Het RIVM stelt dat instellingen die gebruik maken van data-analysetools hun capaciteit tien tot vijftien procent efficiënter benutten dan instellingen die zonder werken. Het IZA wil daarom versneld inzetten op digitale gegevensuitwisseling, zodat zorginstellingen beter kunnen samenwerken en scenarioplanning effectiever kan worden ingezet.
De toekomst begint nu
De Nederlandse zorg kan niet blijven functioneren op basis van ad-hoc oplossingen en crisismaatregelen. Scenarioplanning biedt een kans om structureel vooruit te denken en zorgvraag beter te voorspellen, zodat zorginstellingen niet langer overvallen worden door tekorten en capaciteitsproblemen. Dit vraagt om een omslag in denken: van individuele eilandjes naar een samenwerkend netwerk waarin gegevens gedeeld worden en zorginstellingen gezamenlijk plannen maken.
Het Integraal Zorgakkoord biedt de basis voor deze verandering, maar het is aan de zorgsector zelf om hier invulling aan te geven. Door nu te investeren in slimme capaciteitsplanning, kunnen we voorkomen dat de zorg in de toekomst nog verder vastloopt. De vraag is niet of de zorg zich moet aanpassen, maar hoe snel we die aanpassing kunnen maken.